Veelgestelde vragen

Hieronder vindt u de antwoorden op de veelgestelde vragen over het nieuwe pensioenstelsel, de nieuwe regeling voor werknemers en wat er gebeurt met de opgebouwde pensioenaanspraken en huidige pensioenen.

Het nieuwe pensioenstelsel

Pensioenfonds bp heeft een werkgroep opgestart voor de invoering van de nieuwe pensioenregeling. In deze werkgroep zitten leden vanuit de ondernemingsraden en de vakverenigingen, maar ook vertegenwoordigers namens de gepensioneerden, de werkgever en het pensioenfonds.

De werkgroep houdt u op de hoogte. Updates ziet u op uw portaal op Mijn pensioen. Hier kunt u ook de eerder verzonden updates terugkijken. Lees meer over de werkgroep.

Mijn pensioen

Ja, de Wet toekomst pensioenen (Wtp) is deels van toepassing. Omdat Pensioenfonds bp de pensioenen van Nederlandse werknemers beheert, is hierop het Nederlandse sociaal- en arbeidsrecht van toepassing. Een groot deel van de nieuwe wetgeving behoort tot het Nederlandse sociaal- en arbeidsrecht. Daarom moet Pensioenfonds bp hier ook aan voldoen.

De overige wetgeving geldt niet voor het OFP. Voor het financiële en prudentiële recht moet het fonds aan de Belgische wetgeving voldoen. Prudentieel recht houdt in dat het fonds moet waarborgen dat zij financieel gezond is.

Het huidige pensioenstelsel sluit niet meer aan bij de veranderde omstandigheden. Lees meer bij Waarom een nieuw pensioenstelsel?

De Tweede Kamer heeft in december 2022 ingestemd met de Wet toekomst pensioenen (Wtp). De Eerste Kamer heeft op 30 mei ingestemd met de wet, zodat de pensioenfondsen tot 1 januari 2028 de tijd hebben om de aanpassingen hiervoor door te voeren.

Door de invoering van de Wtp verandert er veel. Een belangrijke wijziging is dat in de nieuwe regeling de ingelegde premie het uitgangspunt wordt in plaats van de hoogte van de pensioenuitkering. U bouwt een persoonlijk pensioenkapitaal op. Zo wordt duidelijker wat u aan premie inlegt en wat u daarmee aan kapitaal opbouwt.

Houd onze pagina Op weg naar uw nieuwe pensioenregeling en pensioenduidelijkheid.nl in de gaten voor de laatste ontwikkelingen.

Op weg naar uw nieuwe pensioenregeling

In de media verschijnen regelmatig berichten over het nieuwe stelsel. Hierbij wordt in een aantal gevallen gemeld dat het nieuwe stelsel rampzalige gevolgen zal hebben. Deze negatieve berichtgeving is vooral gericht op het invaren, dit is het overdragen van de opgebouwde pensioenen in het huidige stelsel naar het nieuwe stelsel en is minder gericht op de wijze waarop pensioen in de toekomst wordt opgebouwd.

Voor het OFP BP Pensioenfonds geldt dat invaren niet mogelijk is omdat het pensioenfonds in België gevestigd is, Pensioenfonds bp is hier onderdeel van. Daar waar de meeste kritiek zich richt op dit invaren. is dit voor Pensioenfonds bp dus niet van toepassing.

Voor de toekomst zijn wij gehouden aan wat de wet ons voorschrijft.

Pensioenfonds bp heeft op dit moment nog geen besluit genomen om de Nederlandse pensioenregeling uit België weg te halen. Het is wel een overweging en deze overweging heeft verschillende redenen:

● Er ontstaat een gesloten pensioenregeling, deze zal op termijn steeds kleiner worden waardoor de kosten per deelnemer te hoog worden om dit voort te kunnen zetten.

● Verzekeraars moeten bereid zijn om pensioenen van een pensioenfonds over te nemen. Op dit moment zijn er mogelijkheden om dit te doen.

● De regelgeving voor pensioenfondsen neemt steeds verder toe waardoor het steeds moeilijker wordt om hier zelf uitvoering aan te kunnen geven.

● De bereidheid om naast het reguliere werk een bestuurstaak voor het pensioenfonds op zich te nemen, neemt sterk af. Ook de kennis voor goed pensioenfondsbestuur is steeds minder aanwezig. - Voor de uitvoering van de nieuwe pensioenregeling ligt uitvoering in Nederland meer voor de hand.

 

Het Pensioenfonds bp wordt niet geliquideerd, maar het Pensioenfonds bp stopt met de uitvoering van pensioenregeling van de medewerkers van de Nederlandse sectie. Het Pensioenfonds voert ook de pensioenregeling uit voor medewerkers van bp in andere Europese landen. Dat blijft zo. Waar bp zich nu op richt is het bewerkstelligen van een collectieve waardeoverdracht van de aanspraken van de Nederlandse deelnemers binnen het OFP naar een Nederlandse verzekeraar.

Omdat het een overdracht is van België naar Nederland moet aan de wetgeving van beide landen worden voldaan.

Als voordeel de uitvoering van de regeling bij het Pensioenfonds (een OFP die in België is gevestigd) wordt vaak gezien als het uitvoeren Door een eigen pensioenfonds. Een tweede veel genoemd voordeel is het mogelijk is dat de indexatie voor gewezen deelnemers en gepensioneerden oploopt tot 100% van de inflatie, waartegenover een verzekeraar waarschijnlijk maar een deel van de inflatie dekt.
Hierbij moeten wel direct een aantal hiermee samenhangende nadelen genoemd worden:

1. Het uitvoeren van de pensioenregeling door een eigen pensioenfonds dat relatief klein is, en door de invoering van de nieuwe pensioenwet steeds kleiner wordt, is duur en wordt door het kleiner worden van het fonds in verhouding steeds duurder.
2. Het wordt ook steeds moeilijker om binnen bp voldoende gekwalificeerde mensen te vinden om op professionele wijze uitvoering te geven aan een eigen pensioenfonds.
3. Tegenover de potentiële indexatie van 100% van de inflatie staat dat deze indexatie onzeker is en afhankelijk van de beleggingsresultaten.
4. Een tweede nadeel rondom de indexatie is dat deze in het pensioenreglement begrensd is op 4%. Verzekeraars kennen een hogere maximale indexatie van 10% of soms zelfs van 20%. In de presentatie heeft u kunnen zien dat de indexatie in de afgelopen tien jaar vergelijkbaar zou zijn en bij de verzekeraars (zeker in euro’s) zelfs iets hoger.
5. Het huidige contract met Achmea voor de uitvoering van de pensioenregeling wordt per 1 januari 2028 beëindigd, maar omdat er door de wetswijziging op dit moment geen alternatieven hiervoor beschikbaar zijn zal, ook als het niet tot een buy-out komt, er een besluit genomen moeten worden over het beëindigen van de Nederlandse sectie binnen het fonds in België. Het oprichten van een eigen fonds in Nederland is geen optie omdat dit het uitvoeringsprobleem niet oplost.

De overgang naar België in 2016 heeft het pensioenfonds in een goede en veilige financiële positie gebracht. De ontwikkelingen in de wetgeving dwingen ons nu tot andere besluiten waarbij vooralsnog een buy-out de beste optie lijkt te zijn.

De nieuwe pensioenregeling

Het beste moment om met pensioen te gaan, is een persoonlijke keuze. Op dit moment is het nog niet bekend hoe de nieuwe pensioenregeling van Pensioenfonds bp eruit komt te zien. Daarnaast duurt het nog even voordat de nieuwe pensioenregeling wordt ingevoerd. Pensioenfondsen hebben tot 1 januari 2028 de tijd om de nieuwe regeling in te voeren. Om inzicht te krijgen in uw persoonlijke situatie kunt u het beste contact opnemen met uw financieel adviseur.

Bekijk wat er gaat veranderen op onze pagina Op weg naar uw nieuwe pensioenregeling.

De overheid is nog bezig met de regels voor deze keuze. Nog niet alle details zijn bekend. Hou hiervoor onze pagina Wat gaat er veranderen? in de gaten. Onder de uitklapper ‘Verwachte mogelijkheid voor een éénmalige uitkering bij pensioneren’ leest u meer over het opnemen van maximaal 10% op uw pensioendatum.

Let op: een bedrag ineens kan gevolgen hebben voor een toeslag die u ontvangt. Bijvoorbeeld een huur- of een zorgtoeslag. De toeslag kan lager worden of zelfs vervallen. U moet ook belasting betalen over het bedrag ineens.

Neem dan gerust contact met ons op. Of kijk op onze pagina Op weg naar uw nieuwe pensioenregeling. Wilt u weten of u nog ergens anders pensioen heeft opgebouwd? Log dan in op mijnpensioenoverzicht.nl. U ziet daar bij welke organisaties u een pensioen heeft staan.

De nieuwe pensioenregeling zal alleen van toepassing zijn voor actieve deelnemers. Omdat het Pensioenfonds bp onderdeel is van het Belgische OFP, kan het fonds opgebouwde pensioenaanspraken niet invaren in een nieuwe pensioenregeling.

Om het pensioen ook in de toekomst waardevast te houden, is Bp van plan om de opgebouwde pensioenen over te dragen van Pensioenfonds bp naar een verzekeraar. Dit wordt ook wel een buy-out genoemd. Als u bezwaar heeft tegen de overdracht naar een verzekeraar, kunt u er ook voor kiezen om uw opgebouwde pensioen achter te laten bij Pensioenfonds bp.

Ook bij een overdracht naar een verzekeraar blijven de opgebouwde rechten zoals ze zijn. Wel kan dan de wijze veranderen waarop wordt geïndexeerd.

Voor actieve deelnemers zal voor de toekomstige opbouw een beschikbare premieregeling van toepassing zijn. Over hoe deze regeling er exact uit gaat zien en waar deze uitgevoerd gaat worden wordt op dit moment nog overlegd. We verwachten hier begin 2025 meer over te kunnen vertellen.

Omdat Pensioenfonds bp onderdeel is van het Belgische OFP, kan het fonds opgebouwde pensioenaanspraken niet invaren in een nieuwe pensioenregeling. Hierdoor zullen de huidige regels van kracht blijven waardoor de opgebouwde pensioenrechten niet verlaagd kunnen worden. Ook bij een overdracht naar een verzekeraar (buy-out) is een lager pensioen niet mogelijk. Verzekeraars garanderen de pensioenuitkering en bieden een gegarandeerde vorm van indexatie.

Voor actieve deelnemers die pensioenrechten gaan opbouwen in de nieuwe pensioenregeling kan het wel zo zijn dat het pensioen stijgt of daalt. Uitgangspunt van de nieuwe pensioenwet is dat pensioenen meer mee gaan bewegen met de economische ontwikkelingen.

Het is belangrijk hierbij onderscheid te maken tussen de opgebouwde rechten in de oude regeling en de wijze waarop het nabestaandepensioen wordt geregeld in de nieuwe regeling.

Het opgebouwde nabestaandenpensioen onder de huidige regeling blijft bestaan. Ook bij een overdracht naar de verzekeraar (buy-out). De nieuwe pensioenwet (Wet toekomst pensioenen) schrijft voor de nieuwe pensioenregelingen voor dat het nabestaandenpensioen als een percentage van het salaris moet worden vastgesteld. Over hoe hoog het nabestaandenpensioen zal zijn en hoe dit werkt, zal begin 2025 meer duidelijk worden. Voor actieve medewerkers betekent dit dat zij na de overgang naar de nieuwe regeling, naast het opgebouwde nabestaandenpensioen recht hebben op een nabestaandenpensioen als percentage van het salaris.

Zodra deelnemers in de nieuwe regeling met pensioen gaan kunnen zij keuzes maken hoe het nabestaandepensioen er na pensionering uit moet zien.

Omdat Pensioenfonds bp onderdeel is van het Belgische OFP, kan het fonds opgebouwde pensioenaanspraken niet invaren in een nieuwe pensioenregeling. Voor de toekomstige pensioenopbouw schrijft de nieuwe pensioenwet (Wet toekomst pensioenen) voor dat de nieuwe pensioenregeling uiterlijk op 1 januari 2028 in moet gaan. Er kan ook gekozen worden voor een eerdere ingang. Wij verwachten begin 2025 meer duidelijkheid te kunnen geven over de ingangsdatum van de nieuwe pensioenregeling. Waarschijnlijk wordt er dan ook meer duidelijk over de mogelijkheden voor een buy-out en het moment waarop deze plaats zou kunnen vinden.

Het nieuwe pensioenstelsel is uitgewerkt in een Wetsvoorstel toekomst pensioenen. De Wet toekomst pensioenen is ingegaan op 1 juli 2023. Invoering van de wet houdt in dat u een nieuwe pensioenregeling krijgt. Uw nieuwe pensioenregeling moet uiterlijk 1 januari 2028 in gaan.

Zodra de gevolgen voor uw pensioen en de uitvoering ervan duidelijk zijn, informeren wij u daar uiteraard over. Berichten vanuit de werkgroep zetten wij op Mijn pensioen in Mijn archief.

Mijn pensioen

Bij Wat gaat er veranderen?  Onder het kopje “Iedereen krijgt een premieregeling” leest u meer over zowel de solidaire- als de flexibele premieregeling.

Pensioenfonds bp werkt samen met vertegenwoordigers namens de werkgever, werknemers, slapers en gepensioneerden, voor het uitvoeren van de Wet toekomst pensioenen (Wtp). Ook wel sociale partners genoemd. Zij gaan onderhandelen over de arbeidsvoorwaarden die in de nieuwe pensioenregeling komen. Onder andere of er een solidaire of flexibele premieregeling komt. En hoeveel geld u samen met uw werkgever inlegt. We houden u via onze updates op Mijn Pensioen zo goed mogelijk op de hoogte van de laatste stand van zaken.

Bekijk onze pagina Op weg naar uw nieuwe pensioenregeling voor meer informatie.

U hoeft op dit moment niets te doen. U krijgt bericht van ons als u iets moet doen. Wilt u meer weten over de nieuwe pensioenregeling? Bekijk dan onze pagina's over de nieuwe pensioenregeling en lees de werkgroep updates op Mijn pensioen.
In november 2023 hielden wij een Risicopreferentieonderzoek onder onze deelnemers die op dat moment bij bp in dienst waren. U kon meedoen aan dit onderzoek als u een persoonlijke uitnodiging hiervoor had ontvangen. De uitkomsten van het onderzoek helpen ons bij het vaststellen van ons beleggingsbeleid en welke pensioenregeling het beste past bij onze deelnemers. Daarnaast geeft het een beeld van hoe de belanghebbenden van het pensioenfonds kijken naar belangrijke thema’s die spelen. Ook in het licht van de uitwerking van de Wet toekomst pensioenen (Wtp). U kunt de uitkomsten teruglezen op onze website.

Naast dit webinar organiseren zowel bp als de VOBP een aantal informatiebijeenkomsten. Tijdens deze bijeenkomsten zullen we nog een keer een toelichting geven op de plannen voor de toekomst en wat dat betekent. Op het moment dat er actie van u wordt verwacht, zullen wij u per brief en/of e-mail informeren. Hoe wij u informeren is afhankelijk van de voorkeur voor communicatie die u aan het pensioenfonds heeft doorgegeven. Check uw communicatievoorkeur op Mijn pensioen en zorg dat uw privé e-mailadres geregistreerd staat. Zo bent u altijd als eerste op de hoogte.

Uiteraard zullen wij ook informatie delen via de website van het pensioenfonds.

Opgebouwde rechten

De Sociale partners (vertegenwoordigers namens de werkgever, werknemers, slapers en gepensioneerden) beslissen over de nieuwe pensioenregeling. Het omzetten van opgebouwde rechten en aanspraken naar de nieuwe regeling heet “invaren”. De wijze waarop het omzetten van pensioen in de wet is opgenomen, is niet van toepassing op buitenlandse pensioenfondsen. Dat wil niet zeggen dat de opgebouwde rechten in de huidige vorm bij het OFP ondergebracht blijven. De wet biedt mogelijkheden om hiervoor andere keuzes te maken. Hierover is op dit moment nog geen besluit genomen.

Omdat Pensioenfonds bp onderdeel is van het Belgische OFP, is de belangenbehartiging anders geregeld dan in Nederland. De belangenbehartiging loopt voor Nederlandse deelnemers via het Dutch Management Committee (DMC) hierin zitten vertegenwoordigers van de werkgever, werknemers en gepensioneerden. Het DMC heeft samen met de Board of Directors de opdracht om een evenwichtige belangafweging te maken voor alle deelnemers.

De twee vertegenwoordigers die de gepensioneerden en de gewezen deelnemers vertegenwoordigen delen regelmatig informatie via de daarvoor beschikbare kanalen van de VOBP en Seconer.

Het hoorrecht voor gepensioneerden in de Nederlandse wet heeft betrekking op de overgang van pensioenen naar de nieuwe regeling. Omdat er bij het Pensioenfonds bp geen sprake is van een overgang naar de nieuwe regeling is dit hoorrecht niet van toepassing.

Het pensioenfonds bp is onderdeel van het Belgische OFP BP pensioenfonds.. Invaren van opgebouwde rechten naar de nieuwe regeling is voor Belgische pensioenfondsen niet mogelijk. In beginsel blijft het huidige pensioenfonds dus bestaan en blijft er voor gepensioneerden met een uitkering uit de huidige regeling inspraak via de gepensioneerden vertegenwoordigers in het Dutch Management Committee (DMC).

Als een overdracht naar een verzekeraar (buy-out) plaats vindt, kan iedere deelnemer aangeven of zij hiertegen bezwaar maken. Als ingestemd wordt met de overdracht dan is er geen sprake meer van inspraak. De verzekeraar garandeert immers het pensioen en een vastgestelde indexatie.

Als u nu via Pensioenfonds bp pensioen opbouwt, bent u straks ook verplicht over te stappen naar de nieuwe pensioenregeling. Op dit moment is er nog niets besloten over de invulling van de nieuwe pensioenregeling. Om bezwaar te maken, moet u eerst weten of er in de nieuwe pensioenregeling onderdelen zitten waar u het niet mee eens bent. Als er bekend is hoe de nieuwe pensioenregeling er uit ziet en u vindt dat dit in uw situatie niet juist is, dan kunt u hier volgens de volgens de klachtenprocedure (pdf) een klacht over indienen. De klacht wordt dan zorgvuldig beoordeeld en afgehandeld.

De verplichting tot het opstellen en voorleggen van een transitieplan is alleen van toepassing op Nederlandse pensioenfondsen. Pensioenfonds bp is onderdeel van het Belgische OFP BP pensioenfonds.

Het transitieplan is vooral gericht op de wijze van overdracht van de opgebouwde pensioenrechten naar de nieuwe regeling. Omdat een overdracht naar de nieuwe regeling voor het bp pensioenfonds niet mogelijk is, is een transitieplan zoals bedoeld in de wet niet relevant.

Omdat het Pensioenfonds bp onderdeel is van het Belgische OFP, kan het fonds opgebouwde pensioenaanspraken niet invaren in een nieuwe pensioenregeling.

Dit wil niet zeggen dat opgebouwde pensioenrechten geheel onveranderd blijven in een gesloten pensioenfonds.

De nieuwe wet leidt namelijk ook tot het heroverwegen van de uitvoeringsvorm van het Pensioenfonds bp. Op dit moment wordt onderzocht of een buy-out van de opgebouwde pensioenrechten mogelijk is. Bij een buy-out worden alle opgebouwde rechten overgedragen naar een verzekeraar waarbij de opgebouwde rechten worden gegarandeerd met een vastgestelde wijze van indexeren.

Omdat Pensioenfonds bp onderdeel is van het Belgische OFP, kan het fonds opgebouwde pensioenaanspraken niet invaren in een nieuwe pensioenregeling. Om deze reden speelt het vraagstuk van instemming dus niet.

Op dit moment wordt de mogelijkheid onderzocht om de opgebouwde pensioenen over te dragen aan een verzekeraar, een buy-out. Wanneer er voor een buy-out wordt gekozen, zal er om instemming gevraagd worden. Dit is geregeld in de Nederlandse Pensioenwet in artikel 83. Op basis van dit artikel is instemming van de deelnemer vereist en kan een deelnemer bezwaar maken tegen een overdracht naar de verzekeraar. Deelnemers die bezwaar maken tegen een overdracht zullen in beginsel achterblijven in het OFP bij het Pensioenfonds bp, onder de voorwaarden die daar gelden. Een buy-out staat onder toezicht van zowel de Nederlandse toezichthouder (DNB) als de Belgische toezichthouder (FSMA) en kan alleen met goedkeuring van deze toezichthouders worden afgerond.

De wet gaat uit van een overgang naar de nieuwe regeling. Omdat Pensioenfonds bp onderdeel is van het Belgische OFP, kan het fonds opgebouwde pensioenaanspraken niet invaren in een nieuwe pensioenregeling.

Bij een overgang van de huidige opgebouwde pensioenen naar een verzekeraar (buy-out) biedt dit meer zekerheid voor deelnemers. In de huidige regeling worden pensioenen en de opbouw van gewezen deelnemers alleen geïndexeerd als de beleggingsresultaten dat toestaan. Een verzekeraar zal een vooraf vastgestelde indexatie bieden, dit kan een vast percentage zijn, maar ook een percentage van de Europese gemiddelde inflatie.

Mogelijk komt er voor deelnemers waarvoor het pensioen nog niet is ingegaan een vrijwillige mogelijkheid om het pensioen over te dragen naar de nieuwe regeling. Zij nemen dan extra dekking die nu in het fonds zit mee in de individuele pensioenrechten. Afhankelijk van de beleggingskeuzes die een deelnemer maakt kan dit leiden tot een hoger toekomstig pensioen.

Deelnemers, gepensioneerden en gewezen deelnemers, die geen pensioen meer opbouwen hebben op basis van de nieuwe pensioenwet (Wet toekomst pensioenen) geen keuze over de toekomstige invulling.

Omdat Pensioenfonds bp onderdeel is van het Belgische OFP, kan het fonds opgebouwde pensioenaanspraken niet invaren in een nieuwe pensioenregeling en blijven deze rechten gewaarborgd binnen het OFP. Op dit moment wordt een overdracht van de opgebouwde rechten naar een verzekeraar onderzocht.

Bij een overdracht naar een verzekeraar zijn er wel keuzes voor deelnemers. Er kan bezwaar worden gemaakt tegen een overdracht en mogelijk kan ook gekozen worden voor een vrijwillige overdracht naar de nieuwe pensioenregeling. Afhankelijk van de persoonlijke situatie van deelnemers, kan dit voordelen hebben.

Actieve deelnemers die een pensioenkapitaal opbouwen in de nieuwe pensioenregeling hebben bij pensionering een aantal keuzes zoals:

● De keuze voor een vaste of variabele pensioenuitkering;

● De keuze voor wel of geen nabestaandenpensioen;

● Een vervroegde ingang van het pensioen;

● Een hoog-laag constructie;

● En als dit wetsvoorstel wordt goedgekeurd, voor een bedrag van maximaal 10% van het pensioenkapitaal. Dit kan niet in combinatie met een hoog laag constructie.

Omdat het Pensioenfonds bp onderdeel is van het Belgische OFP, kan het fonds opgebouwde pensioenaanspraken niet invaren in een nieuwe pensioenregeling. De rekenregels die hierbij worden gehanteerd en die zijn vastgelegd in de wet zijn dus niet van toepassing.

Voor ingegane weduwe- en wezenpensioenen verandert er in beginsel niets. Omdat Pensioenfonds bp onderdeel is van het Belgische OFP, kan het fonds opgebouwde pensioenaanspraken niet invaren in een nieuwe pensioenregeling.

De veranderingen leiden echter wel tot een heroverweging van de huidige opzet, is het verstandig om een gesloten fonds voort te zetten? Op basis van deze heroverweging onderzoekt het pensioenfonds op dit moment de mogelijkheden voor een buy-out. Bij een buy-out worden de opgebouwde pensioenen overgedragen naar een verzekeraar die de pensioenuitkeringen met een vooraf vastgestelde wijze van indexatie garandeert.

Het OFP BP Pensioenfonds beschikt op dit moment over voldoende middelen om alle huidige en toekomstige pensioenen uit te keren. Zodra er onvoldoende dekking is zullen de bijdragende ondernemingen extra stortingen moeten doen.

Als besloten wordt om de opgebouwde pensioenen over te dragen naar een verzekeraar (buy-out) dan zijn alle huidige en toekomstige pensioenen die opgebouwd zijn verzekerd. Een verzekeraar zal bovendien ook enige mate van indexatie verzekeren. Indexatie is in het huidige pensioenfonds niet gegarandeerd maar afhankelijk van de beleggingsresultaten ten opzichte van de ontwikkeling van de verplichtingen.

De wetswijziging gaat niet gepaard met fiscale maatregelen voor deelnemers voor zover het opgebouwde pensioenen betreft. Omdat de opgebouwde pensioen in een gesloten pensioenregeling achter blijven óf mogelijk worden overgedragen naar een verzekeraar (buy-out), wijzigt daarmee de bruto pensioenuitkering niet. Dus verandert ook de netto uitkering niet, behalve door de aanpassing van de belastingtarieven.

De Belastingwet stelt wel nieuwe eisen aan de opbouw in de nieuwe pensioenregeling, in de toekomst mag er niet meer dan 30% van de pensioengrondslag aan pensioenpremie worden ingelegd. Dit percentage kan op termijn gewijzigd worden.

Pensioenfonds bp heeft nog geen besluit genomen over een overdracht naar een verzekeraar in Nederland. De mogelijkheden voor een overdracht worden op dit moment onderzocht.

Belangrijke vereisten in dit onderzoek zijn de mate waarin een verzekeraar opgebouwde rechten garandeert en een redelijke mate van indexatie die zij jaarlijks zullen geven. Ook zullen de Belgische toezichthouder (FSMA) en de Nederlandse toezichthouder (DNB) toezien op de mate waarin opgebouwde rechten naar de toekomst worden gewaarborgd

Door de wetswijziging (Wtp) verandert er in beginsel niets voor gepensioneerden in Pensioenfonds bp. Omdat de wet het invaren (overzetten) van pensioenen naar de nieuwe regeling voor Belgische pensioenfondsen niet toestaat, ontstaat er een gesloten pensioenfonds waarin de opgebouwde pensioenen onder de huidige voorwaarden achterblijven.

De veranderingen leiden echter wel tot een heroverweging van de huidige opzet van pensioenuitvoering. Want, is het verstandig om een gesloten fonds voort te zetten?

Op basis van deze heroverweging onderzoekt Pensioenfonds bp op dit moment de mogelijkheden voor een buy-out.

Buy-out

● Bij een buy-out worden de opgebouwde pensioenen overgedragen naar een verzekeraar die de uitkeringen garandeert met een vooraf vastgestelde wijze van indexatie.

● Een buy-out wordt nog onderzocht, het is nog lang niet zeker of dit ook werkelijk zal gaan gebeuren.

● Verzekeraars moeten een aanbod doen..

● Zowel de Belgische toezichthouder (FSMA) als de Nederlandse toezichthouder (DNB) houden toezicht op een buy-out traject én moeten hiervoor toestemming geven. -Bij een eventuele buy out hebben de deelnemers een bezwaarrecht..

 

Buy-out

Om het pensioen ook in de toekomst waardevast te houden, is Bp van plan om de opgebouwde pensioenen over te dragen van Pensioenfonds bp naar een verzekeraar. Dit omzetten wordt ook wel een buy-out genoemd. Kijk het webinar van 19 mei 2025 terug waarin we uitleggen wat een buy-out is en wat de gevolgen hiervan zijn.

De huidige pensioenafspraken worden overgenomen door de verzekeraar, dit geldt ook voor hoog-laag constructies.

Bij de overgang wordt er geen verschil gemaakt tussen de verschillende vormen van pensioen. Ook voor het nabestaandenpensioen geldt dat het huidige pensioen door de verzekeraar wordt overgenomen en wordt gegarandeerd. Het pensioen zal net zoals het ouderdomspensioen geïndexeerd worden in lijn met de afspraken die hierover worden gemaakt.

De opgebouwde pensioenen kunnen binnen Pensioenfonds bp niet ondergebracht worden in persoonlijke pensioenpotjes. Het onderbrengen in de persoonlijke pensioenpotjes wordt ook wel invaren genoemd en dit is op basis van de wet niet mogelijk voor pensioenfondsen die buiten Nederland gevestigd zijn.

Er zal dus sprake blijven van een jaarlijkse indexatie. Bij een overdracht van de pensioenen naar een verzekeraar (een buy-out) zal deze indexatie onvoorwaardelijk worden. Dat wil zeggen dat bij de overdracht afspraken worden gemaakt over de hoogte van de indexatie. Dit zal een percentage zijn van de Europese inflatie (HCIPxT).

Als er geen buy-out plaatsvindt, dan verandert er in beginsel niets aan de huidige wijze van indexeren. Deze blijft afhankelijk van de beleggingsresultaten.

Verzekeraars bieden op dit moment alleen mogelijkheden om een indexatie aan te bieden op basis van de Europese inflatie (HCIPxT). Dit staat los van de hoogte van de inflatie, maar met de wijze waarop verzekeraars het risico van inflatie in beleggingsproducten kunnen afdekken. Dit is voor hen op basis van de Nederlandse inflatie niet mogelijk. Om het risico te beperken kiezen zij daarom voor de Europese inflatie.

In het webinar van 19 mei 2025  heeft u kunnen zien dat de Europese en Nederlandse inflatie soms afwijken maar over het algemeen dicht bij elkaar liggen. Ondermeer door het hanteren van een hogere maximale inflatie door verzekeraars en de onvoorwaardelijke toezegging was de indexatie in de afgelopen 10 jaar bij de verzekeraar hoger uitgekomen dan binnen het pensioenfonds.

In het webinar van 19 mei 2025  hebben wij een vergelijking laten zien tussen de Nederlandse inflatie en de Europese inflatie sinds 2016. Ook hebben we in de presentatie laten zien welke indexatie is toegekend en wat dit zou zijn als er door de verzekeraar bijvoorbeeld een indexatie wordt geboden van 70% van de inflatie.

Bij een indexatie van 70% van de Europese inflatie (16,95% in de afgelopen 10 jaar) is deze nagenoeg gelijk aan de verleende indexatie (16,74% in de afgelopen 10 jaar). Daar moet wel bij opgemerkt worden dat de verzekeraar jaarlijks gegarandeerd indexeert en de indexatie door het Pensioenfonds bp voorwaardelijk is en er sprake is geweest van inhaalindexatie waardoor deze later is toegekend. In uitgekeerde euro’s was de indexatie bij de verzekeraar in dit voorbeeld wel hoger geweest.

Omdat een buy-out haalbaar lijkt, is Pensioenfonds bp begonnen met het beschermen van het huidige vermogen. Dat wil zeggen dat het fonds de beleggingen zo aanpast dat deze zich op min of meer dezelfde manier ontwikkelen als dat de offertes die verzekeraars bieden zich ontwikkelen.

Het belangrijkste hierbij is de bescherming tegen renteontwikkelingen, maar ook (enige) bescherming tegen de inflatieontwikkelingen. Zo probeert het fonds het huidige vermogen te beschermen om klaar te zijn voor een buy-out.

Pensioenfondsen en verzekeraars geven de voorkeur aan een stabiele en voorspelbare financiële markt. In de laatste maanden hebben we gezien dat er onverwachte dingen kunnen gebeuren. Gelukkig herstelt de markt zich van de eerste schok na het invoeren van de handelstarieven door de VS en is de wijze waarop Pensioenfonds bp belegt maar beperkt afhankelijk van de ontwikkeling op de aandelenbeurzen. Daarom kunnen we het traject van een potentiële buy-out ook voortzetten.

Tegelijkertijd kan een neerwaartse ontwikkeling op de beurs een negatief effect hebben op de offerte voor de buy-out en de bereidheid van verzekeraars om een buy-out aan te bieden. Het kan er zelfs toe leiden dat het niet tot een buy- out komt.

Een buy-out is pas zeker op het moment dat deze wordt uitgevoerd.

Gepensioneerden worden vertegenwoordigd door twee vertegenwoordigers voor de gepensioneerden en gewezen deelnemers in het Dutch Management Committee (DMC). Het DMC is nauw betrokken bij de besluitvorming rondom de buy-out.

Nadat de buy-out heeft plaatsgevonden is er geen pensioenfonds meer en zal het DMC ophouden te bestaan. Op dat moment is er richting de verzekeraar geen sprake meer van formele belangenvertegenwoordiging. Omdat alle afspraken rondom de zekerheid van pensioen en de jaarlijkse indexatie zijn vastgelegd is dit ook minder van belang omdat er geen wijzigingen meer in de regeling doorgevoerd kunnen worden.

Helaas kent het verleden enkele slechte voorbeelden waarbij verzekeraars failliet zijn gegaan.

Deze voorbeelden stammen echter wel van enige jaren geleden en sinds die tijd is het toezicht op verzekeraars en de eisen die aan verzekeraars worden gesteld, aanzienlijk verscherpt.

Ondanks dit verscherpte toezicht kunnen wij nooit de zekerheid geven dat dit in de toekomst niet nog eens kan gebeuren, zoals wij ook geen zekerheid kunnen geven voor het voortbestaan van de huidige opzet binnen het Pensioenfonds bp met een bijstortingsverplichting van de werkgever.

De verzekeraars die in dit traject betrokken zijn, zijn allemaal verzekeraars met een aanzienlijke omvang en een goede financiële positie onder toezicht van DNB. Wij hebben er vertrouwen in dat dit een veilige omgeving biedt om de pensioenen onder te brengen.

Hier moeten we onderscheid maken tussen de toekomstige opbouw van actieve deelnemers en de huidige opgebouwde rechten.

Voor de toekomstige opbouw hangt dit sterk af van de uitvoeringswijze die gekozen wordt. Hierover zal begin 2025 meer duidelijk worden.

De opgebouwde rechten blijven in beginsel achter in het huidige Pensioenfonds bp binnen het OFP. Hier wijzigt de huidige manier van indexeren niet. Voor gepensioneerden en gewezen deelnemers blijft de indexatie afhankelijk van de beleggingsresultaten ten opzichte van de ontwikkeling van de pensioenvoorziening. Voor actieven blijft de indexatie gekoppeld aan de inflatie. De indexatie is voor alle deelnemers gemaximeerd op 4%.

Bij een overgang naar een verzekeraar (buy-out) zal de verzekeraar een bepaalde vooraf vastgelegde manier van indexatie garanderen. Dit kan in de vorm van een vast percentage of als een percentage van de Europese gemiddelde inflatie. Verzekeraars bieden niet de mogelijkheid om een percentage van de Nederlandse inflatie toe te kennen. Bij een percentage van de Europese gemiddelde inflatie zullen verzekeraars een maximum percentage hanteren. Dit maximum ligt vaak hoger dan het huidige maximum percentage bij het pensioenfonds..