Wat gaat er veranderen?

Het nieuwe Pensioenakkoord moet de problemen oplossen en tegelijk het goede van het oude stelsel (solidariteit en het met elkaar delen van risico’s) behouden. 

Bekijk onze video waarin we uitleggen hoe u straks in de nieuwe pensioenregeling een eigen pensioenpotje opbouwt. 

De tekst loopt door onder de video.

Lees hier over belangrijke veranderingen

De AOW-leeftijd stijgt mee met de gemiddelde levensverwachting. Maar voortaan minder snel. Vanaf 2025 zal de AOW-leeftijd niet 1 jaar, per jaar dat we langer leven stijgen, maar 8 maanden. Bent u benieuwd wanneer u AOW ontvangt? Kijk dan op de website van de Sociale Verzekeringsbank: SVB.nl.

In de huidige middelloonregeling is de hoogte van de pensioenuitkering het uitgangspunt. In het nieuwe pensioenstelsel komen er 2 mogelijke nieuwe pensioenregelingen. In beide regelingen is de ingelegde premie het uitgangspunt in plaats van de hoogte van de pensioenuitkering. U bouwt een persoonlijk pensioenkapitaal op. Zo wordt duidelijker wat u aan premie inlegt en wat u daarmee aan kapitaal opbouwt.

1. De solidaire premieregeling: staat bekend als 'het nieuwe pensioencontract'
De deelnemer bouwt een persoonlijk pensioenkapitaal op met de voor hem betaalde premies en de beleggingsresultaten. De premie wordt namelijk samen met de pensioenpremie van de andere deelnemers belegd. Er is sprake van één beleggingsbeleid voor zowel actieve deelnemers als pensioengerechtigden.

Met de nieuwe pensioenregeling maakt ook de solidariteitsreserve zijn entree. Deze reserve is verplicht bij deze regeling en is een collectief spaarpotje voor slechtere tijden en dekt risico’s af. Bijvoorbeeld het spreiden van beleggingsrisico’s over de tijd en het langleven risico worden met elkaar gedeeld. De reserve kan een daling van het pensioenvermogen (gedeeltelijk) opvangen. Het pensioenfonds bepaalt vooraf de verdeelsleutels.

Op de pensioendatum wordt er in deze regeling een variabele pensioenuitkering aangekocht bij dezelfde pensioenuitvoerder. Na de pensioendatum krijgt de deelnemer een levenslange uitkering door periodiek een gedeelte uit het voor hem gereserveerde vermogen te onttrekken. Hierdoor wordt het eigen pensioenvermogen bij iedere onttrekking iets lager. Ook na pensioneren beweegt de pensioenuitkering mee met de beleggingsresultaten. De uitkering kan dan hoger of lager worden. Dit is afhankelijk van de beleggingsresultaten en de rente.

2. De flexibele premieregeling: staat bekend als 'de verbeterde premieregeling'
Ook in deze regeling bouwt de deelnemer met de premies een persoonlijk pensioenkapitaal op. Deze premie wordt samen met de premie van de andere deelnemers belegd. In deze regeling is er voor de actieve deelnemers een ander beleggingsbeleid dan voor pensioengerechtigden.

De deelnemer kan in deze regeling zelf bepalen welke risico’s hij of zij kan en wil lopen met de beleggingen. Dit kan bijvoorbeeld door het kiezen van een risicoprofiel. De deelnemer is niet verplicht een keuze te maken als hij dat niet wil.

Op de pensioendatum heeft de deelnemer in deze regeling de keuze tussen een variabele of vaste uitkering. In de flexibele premieregeling is er sprake van een beperkt 'shop-recht'. Dit betekent dat als het pensioenfonds de gewenste uitkeringsvorm niet aanbiedt, een deelnemer naar een andere uitvoerder mag overstappen die dat wel doet.

Als u met pensioen gaat, is het naar verwachting vanaf 1 januari 2025 mogelijk om, onder bepaalde voorwaarden, maximaal 10% van uw pensioenpot ineens op te nemen. De voorwaarden die hierbij gelden, zijn:

•  Het bedrag ineens kan alleen worden opgenomen op de pensioeningangsdatum.

•  Er mag maximaal 10% van de waarde van het ouderdomspensioen als bedrag ineens worden opgenomen.

•  De keuze voor een bedrag ineens gaat niet samen met de keuze voor een hoog/laag-of laag/hoog uitbetaling.

•  De keuze voor een bedrag ineens gaat niet samen met de keuze voor een AOW-overbrugging.

•  De partner moet instemmen als de keuze voor het bedrag ineens leidt tot een lager partnerpensioen.

•  Het resterende bedrag aan levenslange uitkering van ouderdomspensioen na opname van een bedrag ineens moet hoger zijn dan de wettelijke afkoopgrens voor kleine pensioenen.

Het opnemen van een bedrag ineens zorgt ervoor dat uw inkomen eerst eenmalig hoger is en de pensioenuitkering daarna lager. U heeft dan immers al een bedrag uit uw pensioenpot gehaald. Het heeft ook gevolgen voor uw belastingaangifte en eventuele toeslagen die u ontvangt omdat uw belastbaar jaarinkomen éénmalig hoger wordt.